Werkkleding wordt statafel 

De circulaire economie heeft veel aandacht. Rien Otto was met zijn ideeën de tijd blijkbaar te ver vooruit. Het kostte hem namelijk twee faillissementen om hierin succesvol te zijn, maar hij zette door. Inmiddels maakt Rien Otto alweer vijf jaar circulaire werkkleding met zijn bedrijf Dutch Awearness. Zijn klanten kopen vaak niet eens meer kledingstukken, ze leasen ze en betalen alleen voor het gebruik. Dat is niet alleen beter voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Hij vertelt hierover in zijn blog.

Toen ik in het verleden vanuit de fashion-industrie in landen als Ethiopië rondkeek, zag ik daar een land vol met oude kleding, soms legaal, maar meestal illegaal gedumpt. Gebruikte kleding gaat naar het leger des heils voor hergebruik, kleding die daarvoor te slecht is, wordt geëxporteerd naar Afrika en kleding die zelfs daarvoor tekortschiet, wordt ‘waste’ op de rest van de wereld. Iedereen in de kledingindustrie kende het probleem en probeerde daarvan de gevolgen op te lossen. Maar ik besefte dat we de gevolgen niet moesten bestrijden, maar moesten stoppen met het creëren van het probleem zelf.

Dus startte ik ruim 25 jaar geleden met de productie van circulaire ‘workwear’ en ‘corporate wear’. Maar bedrijven zagen de noodzaak toen nog niet. Inmiddels is sociale en ecologische verantwoordelijkheid een hot item. Bedrijven willen zich van hun beste kant laten zien en wet- en regelgeving ontwikkelt zich langzaam in die richting.

Gesloten systeem

In ons gesloten managementsysteem en kunnen we altijd zien welke grondstoffen waar en wanneer verwerkt zijn. Door wie dat gebeurde, wat er mee gedaan werd, wanneer het gemaakt is, in welke batch en hoe we het kunnen recyclen. Aan een QR-code in de kleding kan de eindgebruiker, zijn werkgever en Dutch Awearness zelf steeds zien waar het product zich bevindt in de gesloten keten.

Dertig jaar Prijsgarantie

Het idee is vaak dat gerecyclede kleding van ‘oude rotzooi’ gemaakt is en dus wel goedkoop zal zijn. maar dat is natuurlijk niet zo. Gerecycled polyester bijvoorbeeld, is momenteel duurder dan nieuw. Als je dus steeds opnieuw grondstoffen koopt, ben je afhankelijk van de markt. Door onze gesloten cyclus van grondstoffen kunnen wij opdrachtgevers vrijwaren van schommelingen in grondstofprijzen, want de grondstoffen die wij eenmaal voor hen aanschaften, blijven in de hele keten actief. Zo bieden wij 30 jaar lang een ‘fixed price’ voor garens en doek.

Ik denk dat de circulaire economie echt de toekomst heeft. Ik zie de ‘mindset’ van grote bedrijven en overheden veranderen. Ik zie de regelgeving die kant opgaan. Kan ook niet anders. we moeten aan het milieu denken.

Een van de mooiste cases vind ik die van een Finse fastfoodketen. Die kochten de nieuwe Cliffkleding die DESTIL inmiddels ook voert. De oude kleding van 1.600 medewerkers zamelde wij in. We wisten de herkomst van de grondstoffen niet en konden die kleding dus niet recyclen in nieuwe. Maar samen met het restaurantafval van folies en plastic bekers, maakten we daar een granulaat van waar we weer dienbladen en statafels van maakten. Hoe mooi is dat?”

Dit is een artikel uit TOOLZ, het magazine van DESTIL. Wil je TOOLZ twee keer per jaar (gratis) ontvangen, meld je dan hier aan.

Richard Vinke